Jacquard haken doe je zo
Eerst een klein beetje uitleg
Jacquard haak je met twee verschillende kleurdraden wol tegelijk, waarbij je afwisselend met de eerste en de tweede kleur haakt. Je start met een lussenreeks in één kleur. Wanneer je dan je werk omkeert, neem je de tweede kleur erbij en leg je die draad in het verlengde van je lussenreeks. Haak nu telkens met één kleurdraad terwijl je de tweede kleurdraad meeneemt in je werk. Dat doe je door rond die tweede kleur te haken. Hier vind je een filmpje: http://ponnekeblom.blogspot.be/2015/05/jacquard-tapestry-filmpje.html
In dezelfde kleur haken en je tweede kleur meenemen:
Steek je haakpen in een steek, haal je eerste kleurdraad door de opening naar voren, zodat je twee lussen op je haakpen hebt. Haal vervolgens de eerste kleurdraad op je haakpen langs boven (de tweede kleurdraad ligt ertussen) en trek die eerste kleurdraad door de twee lussen op je haakpen.
Wisselen van kleur doe je zo:
Steek je haakpen in een steek, haal je eerste kleurdraad door de opening naar voren, zodat je twee lussen op je haakpen hebt. Haal vervolgens de tweede kleurdraad op je haakpen en trek die tweede kleurdraad door de twee lussen op je haakpen. Leg nu de eerste kleurdraad in het verlengde van je werkje, op de plaats waar de tweede kleurdraad lag, zodat die bij de volgende steek ertussen komt te liggen en kan worden meegenomen.
Hier zijn alvast een paar tips:
1. De verschillende kleuren wol moeten ongeveer dezelfde dikte hebben.
2. Kies kleuren die genoeg contrasteren.
3. Hou één kleurbol links en neem de draad steeds langs boven en de andere kleurbol(len) rechts en de draad steeds langs onderen, zo raken de draden niet verstrikt.
4. Haak niet te strak.
Kleurrijk deken
Voor dit deken heb ik allemaal halve restbollen wol gebruikt.
Je gebruikt telkens één (hoofdkleur) bol wol over de hele lengte (gedurende verschillende rijen) en de andere vijf kleuren worden enkel gehaakt in hun eigen kolom van telkens 20 steken.
Beginnen
Start met een lussenketting in de hoofdkleur van 101 steken.
Draai om en neem je eerste kleur erbij. Haak stokjes en wissel van kleur bij elke steek. Doe dit voor 20 stokjes.
Neem een tweede kleur erbij en haak ook afwisselend met de hoofdkleur 20 stokjes.
Zo ook voor de derde, vierde en vijfde kleur. Laat de bollen wol gewoon hangen of liggen (zeker niets afknippen!)
Draai het geheel, je zal zien dat alles in de knoop geraakt. Ik heb daarom de vijf bollen in een mandje gelegd en de hoofdkleur hou ik apart, zo hoef ik enkel het mandje om te draaien bij iedere rij. (dat wijst zichzelf uit, no worries).
De tweede rij haak je 20 steken afwisselend met de hoofdkleur en de vijfde kleur, daarna hoofdkleur plus vierde kleur, enz.
Wisselen van kleur in rij of kolom
Wanneer mijn hoofdkleur op was op het einde van de rij (nooit halverwege de rij): nam ik een nieuwe hoofdkleur en
- haakte ik soms verder met de vijf bestaande kolomkleuren.
- veranderde ik een paar van de vijf kolomkleuren
- veranderde alle vijf de kolomkleuren
Wanneer één of meerdere van de vijf kolomkleuren op was op het einde van de rij (nooit halverwege die kolom)
- veranderde ik die kolomkleur zonder persé de hoofdkleur te veranderen.
Het deken ‘groeit’ vanzelf op die manier zonder dat je daarbij een bepaald plan hoeft te maken op voorhand.